Wetgeving gevonden voorwerpen

background

Actuele wetgeving gevonden voorwerpen

Beheer van gevonden voorwerpen door de gemeenten.
Het beheer en de afhandeling van gevonden voorwerpen was tot 1 september 2021 gebaseerd op wetten van 1975 en 1983
Beide voormelde wetten zijn opgeheven door de wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 “goederen” van het Burgerlijk Wetboek (titel 3 eigendomsrecht vanaf 1 september 2021). Door de wetswijziging veranderen de procedures die de gemeenten tot nu toepasten. Er dient nu meer rekening gehouden te worden met de rechten van de eigenaars. De gevonden voorwerpen worden nu beheerd door de gemeenten en niet meer door de politiezones. **Welke zijn de nieuwe rechten en plichten van de gemeenten : ** - De gemeenten moeten het gevonden voorwerp in bewaring nemen, opnemen in een register en redelijke pogingen ondernemen om de eigenaar te vinden.
- De gemeenten zijn aansprakelijk voor de bewaring.
- De gemeenten kunnen na 6 maanden ter goeder trouw en op economisch verantwoorde wijze beschikken over het voorwerp (de termijn is korter voor bederfbare of schadelijke voorwerpen en voor fietsen waarvoor de bewaartermijn 3 maand is)

  • Bij verkoop dient de gemeente de opbrengst ter beschikking houden van de eigenaar

  • Het voorwerp blijft toebehoren aan de eigenaar en de gemeente wordt pas eigenaar na 5 jaar wanneer de eigenaar niet gevonden werd.

  • De gemeente heeft een retentierecht zolang de eigenaar de redelijke kosten van bewaring niet heeft vergoed.

Wat zijn je rechten en plichten als gemeente en als vinder van een gevonden voorwerp? Als vinder dien je een redelijke poging te ondernemen om de eigenaar van het gevonden voorwerp terug te vinden. Vind je de eigenaar niet terug, dan moet je binnen de zeven dagen aangifte doen bij de gemeente waar de voorwerp gevonden werd, of een andere gemeente naar keuze. De gemeente neemt de voorwerp op in haar register van gevonden voorwerpen. Is het voorwerp gevonden in een andere gemeente kan de gemeente dat laten weten aan de gemeente waar het voorwerp gevonden werd.

De gemeente waar het voorwerp gevonden werd vermeldt de vondst in haar eigen register. Neemt de gemeente het voorwerp in bewaring, dan is zij daar dan ook aansprakelijk voor, houdt de vinder het voorwerp zelf bij is de vinder aansprakelijk.

De gemeente doet de nodige inspanningen om de eigenaar te bereiken, bv door het gevonden voorwerp te publiceren op internet.

Wanneer de eigenaar gekend is, brengt de gemeente hem of haar binnen de maand na ontvangst van de aangifte op de hoogte per aangetekende zending.

De gemeente of vinder is in elk geval verplicht de goederen 6 maanden te bewaren, tenzij het gaat om goederen die snel bederven of schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid óf fietsen. Fietsen moeten maar 3 maanden worden bijgehouden. Is de termijn verstreken, kan de gemeente of de vinder op een economisch verantwoorde wijze beschikken over het voorwerp.

Dit kan betekenen, ofwel: • organiseert de gemeente een openbare verkoop; • schenkt de gemeente het voorwerp aan een derden, zoals het overdragen van de goederen aan de kringloopwinkel; • gebruikt de gemeente de voorwerp zelf; • vernietigt de gemeente de voorwerp.

Ingeval van verkoop moet de gemeente de opbrengst ter beschikking van de eigenaar of van zijn rechtverkrijgenden houden gedurende 5 jaar.

Het voorwerp blijft toebehoren aan zijn oorspronkelijke eigenaar. De gemeente of vinder wordt slechts eigenaar vijf jaar na de opname in het register voor zover de oorspronkelijke eigenaar zich niet kenbaar heeft gemaakt. D e gemeente heeft een retentierecht, zolang de eigenaar de verplichting tot vergoeding van de redelijke kosten van bewaring, behoud en opsporing niet heeft nagekomen.

Hoe de gemeente zich verder concreet organiseert, bepaalt iedere gemeente zelf, een kleine gemeente organiseert zich anders dan een grote stad.

Heeft de gevonden roerende voorwerp geen eigenaar, dan verkrijgt hij die deze in bezit neemt en de in artikel 3.58 genoemde verplichtingen is nagekomen, daarvan onmiddellijk de eigendom.

Indien de eigenaar van een goed hierin een verborgen voorwerp (een schat!) vindt die geen eigenaar heeft, wordt hij hiervan eigenaar voor zover hij de in artikel 3.58 genoemde verplichtingen is nagekomen. Heeft een verborgen voorwerp geen eigenaar en wordt deze in andermans goed gevonden, dan behoort de voorwerp voor de helft toe aan de vinder die een persoonlijk of zakelijk gebruiksrecht heeft en deze toevallig vindt, voor zover hij de in artikel 3.58 genoemde verplichtingen is nagekomen.

Het voorwerp behoort dan voor de andere helft toe aan de eigenaar van het goed waarin deze voorwerp gevonden wordt.

De vinder die geen eigenaar wordt en aan de op hem rustende verplichtingen heeft voldaan, heeft naar omstandigheden recht op een redelijke beloning vanwege de eigenaar. Niet-opgehaalde zaken

Indien een eigenaar of een niet-eigenaar zaken toevertrouwt aan een detentor (gemeente) om te worden bewaard, bewerkt, hersteld of gereinigd, en deze zaken worden niet teruggenomen, dan verzoekt de detentor de eigenaar daartoe bij middel van een aangetekende zending, gericht tot de laatste bekende woonplaats.

Na verloop van een jaar te rekenen van de dag van deze aangetekende zending, kan de detentor de zaken doen verkopen onder de in artikel 3.58, 3, bepaalde voorwaarden.

De opbrengst van de verkoop wordt overgemaakt aan de detentor. Na aftrek van het bedrag van zijn schuldvordering, keert hij het eventuele saldo uit aan de eigenaar of stort het, wanneer diens woon- of verblijfplaats onbekend is, op een afzonderlijke rekening met vermelding van de naam van de eigenaar. Dat laatste bedrag vervalt, in hoofdsom en interesten, van rechtswege aan de Schatkist na vijf jaar, tenzij dat bedrag, binnen die termijn, door de eigenaar wordt gevorderd. Verantwoordelijkheid

In de nieuwe wet op het eigendomsrecht is bepaald dat de gemeente (en dus niet de politie) de verantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering van de bewaring, registratie en het beheer van de gevonden goederen. Nieuw is dat sinds 1/9/2021 de vinder zelf het voorwerp kan bewaren, dan is deze aansprakelijk voor de bewaring.